F004190 Grafsteen van Betje van Arend-de Jonge, oud 81 jaar. Dit worde opgeschreven voor een volgend geslacht - Ps. 102.19 - H(ier is) b(egraven) de degelijke vrouw de kroon van haar man, v(oorwaar) z(ij was) de geachte en ingetogen vrouw, die wandelde op de wegen Gods, alle dagen van haar leven, zij hield zich bezig met daden van liefde en trouw, ook waren haar handen geen belemmeringen voor gerechtigheid en haar waardigheid was tot in haar ouderdom, ja zeer hoge ouderdom, en zij keerde terug naar het huis van haar vader in goede naam v(oorwaar) z(ij was) mevrouw P' s y; dochter van de e(erwaarde) r(ab) Saul P r w p s, h(oofd van de) L(evieten), (zijn) g(edachtenis) t(ot zegen), echtgenote van de e(erwaarde) r(ab) Abraham, zoon van e(erwaarde) r(ab) Izaak, r(echtvaardig) p(riester); zij overleed op zondag de 28e Ijar (= 25 mei 1873) en werd begraven op maandag, de d(ag voor de) e(erste van de) m(aand) Siwan in het jaar (5)633. M(oge haar) z(iel) g(ebonden zijn) i(n de bundel der) l(evenden).