2185 Vervolg van de inventarisatie van de onverdeelde boedel van wijlen Barteld Last en zijn weduwe Geertje Riekend dd 5 april 1826. De weduwe verklaart wederom niet in staat te zijn nadere opgave omtrent de staat van de boedel te doen, omdat zij daarvan niet op de hoogte is; bovendien ligt zij ziek te bed.Het perceel onder nummer 13 van de vorige inventarisatie behoort slechts voor de helft tot de boedel; het andere gedeelte is eigendom van Jan en Riekend Last. Het perceel onder nummer 4 genoemd hoort niet tot de boedel.De percelen in de akte genoemd onder de nummers 15, 16, 17, 18 zijn aangekocht na het overlijden van hun vader. Tussen de nagelaten papieren is ook een akte gevonden waarin executeurs en voogden worden genoemd; verder transportaktes, akte van vestenis enz. enz. Jan Last, zoon, heeft zich verwijderd van de bijeenkomst en weigert deze akte te ondertekenen.Er bestaat onzekerheid over een lening aan Jan Rudolph Veen Valck groot f.1000,- en een akte van vestenis groot f.400,- of f.500,- en enige andere zaken. In de acht jaar na het overlijden van hun vader, is hun arbeid in het familiebedrijf in de onverdeelde boedel gebleven.De inventarisatie zal worden voortgezet op 6 mei 1826. Zie ook akte 2180, 2193 en 2197.