2166 Testateur benoemt tot zijn enige erfgename zijn echtgenote Johanna Carsten; mocht zij hertrouwen dan is zij verplicht het deel van haar overleden echtgenoot uit te keren aan zijn zusters Maria Coopsen, weduwe van Samuel Hendricus van Diest, Hester Maria Coopsen en Elizabeth Aleida Coopsen; bij boedelscheiding is een authentieke akte nodig. Bij vooroverlijden van zijn echtgenote zal de helft van de nalatenschap bestemd zijn voor de genoemde zusters; de andere helft is voor zijn zwager Casper Everhard Carsten, de kinderen van zijn zwager Jan Walraad Carsten, de kinderen van zijn zwager Werner Christiaan Carsten en die van zijn schoonzuster Walradina Carsten, echtgenote van Nicolaas Bakker.Aan zijn nicht Cornelia van Diest, echtgenote van Jan de Lange, te Deventer schenkt hij een bedrag van f.500,-; aan zijn nicht Mientje Dibbets, dochter van Dibbets, predikant te Terwolde en Elizabeth Aleida Coopsen, een bedrag van f.500,-. Aan zijn neef Philippus Coldeweij, zoon van Elias Coldeweij en Hester van Diest, een bedrag van f.500,-. Aan zijn nicht Petronelle Magdalene Gerhardina Carsten, dochter van Werner Christiaan Carsten, een bedrag van f.500,-. Aan zijn neef Hendrik Lambert Casper Everhard Bakker, zoon van predikant Nicolaas Bakker, een bedrag van f.500,- Aan zijn nicht Aleida Bakker, dochter van Nicolaas Bakker, een bedrag van f.500,- Aan de administratie van de Algemene Onderstand te Kampen een bedrag van f.50,-Al deze legaten zijn pas beschikbaar na het overlijden of na hertrouwen van zijn echtgenote.