1130 Schuldbekentenis met als onderpand al haar meubilaire goederen en huis en erf, wijk 4 nr. 146.Met als getuigen: Joh. P. Kramosser en G. van Dalen.

1133 M.C. Drieman verkoopt aan G. Beijerink een stalletje in de Boven Hofstraat, wijk 1 nr. 94.

1134 J. van der Haar en zijn echtgenote M.W. Sul verklaren een schuld te hebben aan J.J. Klumpjen en zijn echtgenote M.J. Fijn met als onderpand al hun meubilaire goederen, en een huis en where, wijk 3 nr. 360 op de hoek van de Sint Jacobssteeg in de Boven Nieuwstraat.

1135 P.G Koetsier verklaart een schuld te hebben aan W.J. Berghuis met als onderpand al zijn meubilaire goederen, en een erf en goed, staande aan de Oude Wetering te Mastenbroek,gemeente Zwollerkerspel, huis nr. 14 en getimmerte en vijf morgen weideland, genaamd "Pijpjeskamp", zes morgen hooiland "genaamd "de Kooi", hooiland genaamd "het Smalleland", weide en hooiland in het Kamperweteringslag, hooiland in Dieseslag.