PRONKSTUKKEN | KUNSTACADEMIE
Sinds 2016 is de Stadskazerne Kampen als cultuurcluster in gebruik. De Bibliotheek Kampen en Stadsarchief Kampen werken veel en hard samen om dit tot stand te brengen. Belangrijke partners hierin zijn de Historische Vereniging Jan van Arkel en de Stadsarcheoloog Kampen, die in dit gebouw zijn vondsten beheerd.
Een belangrijke cultuurdrager is Kunst. Sinds de mens op aarde rondloopt, uit hij zich door middel van kunst. Of dit nu gaat via grotschilderingen en hunebedbouw uit de Prehistorie, tot het bouwen van Kathedralen en grachtenpanden en het ophangen van Rembrandts in diverse musea, de mens is actief. Dit uit zich op vele manieren: schilderkunst, literatuur, muziek, dans, film, beeldhouwkunst. Dit kan door gerenommeerde instituten maar ook van onderaf, de straat, worden belangrijke bijdragen geleverd. Soms gebeurt dit met tam- tam, via exposities en veilingen, maar ook ‘gewoon’ op straat, in graffiti. Maar ja: iedereen heeft eigenlijk wel wat te zeggen over kunst. En dan kan er misschien nog wel begonnen worden met de vraag: Wat is kunst? Wanneer is iets kunst? Zoveel zielen, zoveel meningen….
Vaak zijn er ook groeperingen, die zich door middel van kunst willen uiten in de samenleving. Hiervoor zijn opleidingen te volgen. Kampen had vroeger zo’n opleiding op de plek, waar nu dus dat ‘cultuurcluster’ gevestigd is. Dat alles is al lang vervlogen tijd maar nog zeer vaak stappen oud studenten van de vroegere Kunstacademie binnen om herinneringen op te halen en te zoeken naar hun eigen voetstappen van weleer.
Rond 1964 kwam er een besef op, dat een groot deel van het Protestants- Christelijke bevolkingsdeel van Nederland weinig of niets had met kunst, kunstbeleving of kunstbesef. De oprichters van het Christelijk Cultureel Studiecentrum (CCS) vonden, dat hierin verandering moest komen.
Dit CCS werd in 1978 een deel van het bestuur van de Christelijke Academie voor Beeldende Kunsten (CABK). Dat was een lang gekoesterde wens. De directeur werd Klaas de Jong. Hij had al ervaring opgebouwd als voorzitter van het CCK én hij was al eerder, vanaf 1975, Staatssecretaris voor de Kunsten geweest, onder het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
Kunstacademie in de Kazerne
De Academie werd, als instituut, gevestigd in de voormalige Van Heutzskazerne, wat we nu ‘de Stadskazerne’ noemen. Ooit was hier het KNIL gevestigd, het Koninklijk Nederlands Indië Leger en daarna de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Echter, vanaf 1978 stond het grote pand in de Kamper binnenstad leeg. Klaas werd getipt door zijn vriend Van Tuinen, die burgemeester van Kampen was en een groot kunstliefhebber. Hij, op zijn beurt, zag zijn kansen om de stad Kampen een nieuw elan in te blazen. Veel studenten wisten hierdoor de weg naar Kampen te vinden en leverden zo een bijdrage aan een levendige en studentikoze stad Kampen aan de IJssel.
In 1986 fuseerde de Kunstacademie met de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar te Kampen en het Conservatorium te Zwolle tot de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens. Het bestuur ging over in dat, van de Hogeschool. Constantijn Huygens was in de Gouden 17e eeuw een diplomaat, kunstkenner en mecenas, oftewel een beschermer van kunsten en kunstenaars.
Op de Hogeschool werd onderwijs gegeven in alle opleidingen op het gebied van muziek, beeldende kunst en vormgeving. Ook waren er lerarenopleidingen in vakken als muziek, drama en beeldende kunst. Naast de artistieke vorming diende de opleiding als reflectie en vorming van vakmanschap op kunst en maatschappij als pijlers voor goed onderwijs.
Iedereen was welkom op deze school, wat betreft levensovertuiging. Dit werd gezien als een uiting van de Christelijke identiteit. Niemand werd buitengesloten. Een uiting van de identiteit werd gezien als de basis om met anderen relaties aan te kunnen gaan. Dit paste ook in de toenmalige tijdsgeest.
In 2002 fuseerde de Hogeschool met de Kunsthogescholen in Enschede en Arnhem tot ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten. Tegenwoordig zijn vestigingen van deze Hogeschool te vinden in Zwolle, Enschede en Arnhem, met ongeveer 3000 studenten.