Le Profond Silence
De machtige burgemeester Vesterinck van Kampen moest weinig hebben van de vrijmetselarij. Hij kon echter niet vermoeden dat zijn eigen neefje, Jacob Abraham Uitenhage de Mist, lid was van diezelfde vrijmetselarij door zijn eigen toedoen. Vesterinck had namelijk Jacob voor een rechtenstudie naar Leiden gestuurd en daar zat loge La Vertu. Jacob werd daar voorzitter.
Eenmaal terug in Kampen richtte Jacob in 1770 zelf een loge op. Voordien was er wel een militaire loge in Kampen geweest. Deze was echter overgeplaatst. Jacob moest de oprichting doen in het diepste geheim. Daarom gaf hij de nieuwe Kamper loge de naam Le Profond Silence.
Deze naam heeft nóg een betekenis: De leden, allemaal mannen die zichzelf onderling aanspreken met ‘broeder’, worden aangespoord goede werken te verrichten om een beter mens te worden: voor zichzelf én voor de medemens. De vrijmetselaar dient dit zó te doen zonder hiervoor té veel aandacht te vragen. Het is onder andere om deze reden dat leden van Le Profond Silence zich in de negentiende eeuw bezig hielden met ondersteuning van de armen. Zo werd in 1848 de werkinrichting ‘Orde en Vlijt’ opgericht om zo arme mensen het ambacht te leren biezen matten te maken. Deze matten konden worden verkocht om in levensonderhoud te voorzien. Verder werden vanaf 1875 kleine particuliere initiatieven ondersteund door ‘de Hulpbank van Minvermogenden’. Er kon geld geleend worden tegen een geringe rente. Deze rente werd weer geïnvesteerd in andere, kleinschalige, projecten.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de vrijmetselarij door de Duitse bezetter verboden: het inmiddels door de loge in eigendom verkregen pand aan de Boven Nieuwstraat werd geconfisqueerd door de Duitsers. Het interieur verdween gedeeltelijk naar Nazi-Duitsland, net zoals de financiën van de Hulpbank, en leden moesten onderduiken uit angst voor vervolging.
Na de oorlog heeft de loge de draad weer opgepakt. Vrijmetselaren in Kampen en omstreken komen elke woensdagavond bij elkaar en compareren: vergelijken hun levenservaringen en visies. Discussiëren, en elkaar overtuigen van het eigen gelijk, is niet gewenst. De levenservaring van de één kan dienen als leer- en aandachtsmoment voor de ander. Een vrijmetselaar streeft ernaar een beter mens te worden en bedient zich van symbolen, ontleend aan de bouwwereld zoals de passer, winkelhaak, koevoet en troffel. Dit wordt gedaan door middel van ritualen. Hiervoor moet je ingewijd zijn, anders gaat de betekenis en persoonlijke beleving verloren. Mensen zijn zoekende wezens naar de zin van het bestaan. Bij de vrijmetselarij gaat het deels om de zoektocht: ”Als je hebt gevonden wat je zocht heb je niet goed gezocht”, is een devies. De vrijmetselarij is geen geloof maar een levenswijze.
Le Profond Silence in Kampen behoort tot de oudste, nog steeds actieve, verenigingen van noord Nederland. Het mannenwereldje wat de vrijmetselarij tot op heden is, dus ook in Kampen, heeft inmiddels een vrouwelijke tegenhanger: De Weefsters. Op deze wijze wordt een wijze van werken sinds 1770 in stand gehouden.